naar hoofdtekst gaan

Het faxen voorbereiden

Verbind het apparaat met de telefoonlijn en stel het apparaat in voordat u de faxfuncties gebruikt. Geef vervolgens de basisinstellingen op, zoals informatie over de afzender, datum/tijd en zomertijd.

Belangrijk

  • Als de stroom onverwachts wordt onderbroken:

    Als u er een stroomstoring is opgetreden of als u de stekker per ongeluk uit het stopcontact haalt, worden de datum- en tijdinstellingen op het apparaat teruggezet.

    • De instellingen voor gebruikersgegevens en het telefoonboek blijven wel behouden.

    • Alle faxen die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen, zoals niet-verzonden en ontvangen faxen, gaan verloren.

    Als de voeding wordt onderbroken, is het onderstaande van toepassing:

    • U kunt geen faxen verzenden of ontvangen, kopieën maken of originelen scannen.

    • Als u een telefoon hebt aangesloten, is het afhankelijk van de telefoonlijn of de telefoon of u de telefoon kunt gebruiken.

Het apparaat instellen

Het apparaat moet zijn ingesteld op basis van uw telefoonlijn en het gebruik van de faxfunctie. Volg de onderstaande procedure om het apparaat in te stellen.

  1. De telefoonlijn aansluiten

    Sluit het apparaat aan op uw telefoonlijn.

  2. Het telefoonlijntype instellen

    Stel het juiste type telefoonlijn voor uw telefoonlijn in.

  3. De ontvangstmodus instellen

    Stel de ontvangstbewerking (ontvangstmodus) in.

Opmerking

  • U kunt de faxinstellingen opgeven volgens de instructies op het LCD-scherm.

    Handmatige inst. (Easy setup)

    Als u de instellingen opgeeft volgens de instructies op het LCD-scherm, wordt de ontvangstmodus ingesteld op Modus tel.prioriteit (TEL priority mode) of Modus alleen fax (Fax only mode). Als u faxen wilt ontvangen met DRPD of Netwerkschakelaar (Network switch), moet u de ontvangstmodus wijzigen.

    De ontvangstmodus instellen

Basisinstellingen voor faxen opgeven

U kunt de basisinstellingen opgeven, zoals informatie over de afzender, datum/tijd en zomertijd.

Informatie over de afzender instellen